... een stukje uit de bijbel: het boek Johannes, hoofdstuk 3.
... a chapter of the Bible: the book of John, chapter 3
[1] Zo was er onder de farizeeën een man, Nikodemus genaamd, die tot de leidende Joodse kringen behoorde. [2] Hij kwam in de nacht naar Jezus toe en zei: ‘Rabbi, we weten dat U als leraar van Godswege gekomen bent. Geen mens immers kan die tekenen verrichten die U doet, wanneer God niet met hem is.’ [3] Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw geboren wordt, kan het koninkrijk van God zien.’ [4] ‘Geboren worden?’ zei Nikodemus. ‘Hoe kan dat wanneer je al op jaren bent? Kun je soms nog eens de schoot van je moeder binnengaan om geboren te worden?’ [5] Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie geboren wordt uit water en geest, is in staat het koninkrijk van God binnen te gaan. [6] Wat uit vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. [7] Wees dus niet verwonderd als Ik u zeg dat jullie opnieuw geboren moeten worden. [8] De Geest is als de wind: hij waait waar hij wil; je hoort hem waaien, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met ieder die geboren is uit de Geest.’ [9] Daarop zei Nikodemus: ‘Maar hoe kan dat dan?’ [10] Jezus antwoordde: ‘U bent degene die Israël moet onderrichten en u begrijpt dit niet? [11] Waarachtig, Ik verzeker u: we spreken over wat we weten, en we getuigen van wat we hebben gezien, en toch nemen jullie ons getuigenis niet aan. [12] Als jullie al niet geloven wanneer Ik spreek over de dingen van de aarde, hoe zullen jullie dan geloven wanneer Ik spreek over de dingen van de hemel? [13] Alleen Hij die uit de hemel is neergedaald, is naar de hemel opgestegen: de Mensenzoon. [14] Maar evenals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, zo moet ook de Mensenzoon omhoog worden geheven, [15] zodat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven bezit. [16] Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit. [17] Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar om door Hem de wereld te redden. [18] Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat Hij niet geloofd heeft in de naam van de eniggeboren Zoon van God. [19] En dit oordeel bestaat hierin: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen waren meer gesteld op de duisternis dan op het licht, omdat hun daden slecht waren. [20] Wie kwaad doet, haat het licht: hij komt niet naar het licht toe, want dan worden zijn daden openbaar gemaakt; [21] maar wie de waarheid doet, komt wel naar het licht toe, want dan zal blijken dat zijn daden in God zijn verricht.’
Jezus en Johannes [22] Hierna ging Jezus met zijn leerlingen naar het gebied van Judea, waar Hij zich met hen ophield en doopte. [23] Ook Johannes trad als doper op, in Enon bij Salim, een waterrijke plaats, en de mensen kwamen daar naartoe om zich te laten dopen. [24] Johannes was toen namelijk nog niet in de gevangenis gezet. [25] Nu waren enkele leerlingen van Johannes met een Jood in discussie geraakt over de reiniging. [26] Ze gingen naar Johannes en zeiden: ‘Rabbi, de man die bij u was aan de overkant van de Jordaan, en over wie u getuigenis hebt afgelegd, die is aan het dopen en iedereen loopt naar Hem toe.’ [27] Johannes antwoordde: ‘Geen mens kan zich ook maar iets verwerven of het moet hem door de hemel zijn geschonken. [28] Jullie kunnen toch zelf getuigen dat ik gezegd heb: “Ik ben de Messias niet, ik ben voor Hem uit gestuurd.” [29] Hij die de bruid mag bezitten, is de bruidegom; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is vol vreugde als hij de bruidegom hoort. Nu is mijn vreugde volkomen. [30] Hij moet groter worden, en ik kleiner.’
1Now there was a man of the Pharisees named Nicodemus, a ruler of the Jews. 2 The same came to him by night, and said to him, “Rabbi, we know that you are a teacher come from God, for no one can do these signs that you do, unless God is with him.”3 Jesus answered him, “Most certainly, I tell you, unless one is born anew,[a] he can’t see God’s Kingdom.”4 Nicodemus said to him, “How can a man be born when he is old? Can he enter a second time into his mother’s womb, and be born?”5 Jesus answered, “Most certainly I tell you, unless one is born of water and spirit, he can’t enter into God’s Kingdom!6 That which is born of the flesh is flesh. That which is born of the Spirit is spirit.7 Don’t marvel that I said to you, ‘You must be born anew.’8 The wind[b] blows where it wants to, and you hear its sound, but don’t know where it comes from and where it is going. So is everyone who is born of the Spirit.”9 Nicodemus answered him, “How can these things be?”10 Jesus answered him, “Are you the teacher of Israel, and don’t understand these things?11 Most certainly I tell you, we speak that which we know, and testify of that which we have seen, and you don’t receive our witness.12 If I told you earthly things and you don’t believe, how will you believe if I tell you heavenly things?13 No one has ascended into heaven, but he who descended out of heaven, the Son of Man, who is in heaven.14 As Moses lifted up the serpent in the wilderness, even so must the Son of Man be lifted up,15 that whoever believes in him should not perish, but have eternal life.16 For God so loved the world, that he gave his one and only Son, that whoever believes in him should not perish, but have eternal life.17 For God didn’t send his Son into the world to judge the world, but that the world should be saved through him.18 He who believes in him is not judged. He who doesn’t believe has been judged already, because he has not believed in the name of the one and only Son of God.19 This is the judgment, that the light has come into the world, and men loved the darkness rather than the light; for their works were evil.20 For everyone who does evil hates the light, and doesn’t come to the light, lest his works would be exposed.21 But he who does the truth comes to the light, that his works may be revealed, that they have been done in God.”22 After these things, Jesus came with his disciples into the land of Judea. He stayed there with them, and baptized. 23 John also was baptizing in Enon near Salim, because there was much water there. They came, and were baptized. 24 For John was not yet thrown into prison. 25 There arose therefore a questioning on the part of John’s disciples with some Jews about purification. 26 They came to John, and said to him, “Rabbi, he who was with you beyond the Jordan, to whom you have testified, behold, the same baptizes, and everyone is coming to him.”27 John answered, “A man can receive nothing, unless it has been given him from heaven. 28 You yourselves testify that I said, ‘I am not the Christ,’ but, ‘I have been sent before him.’ 29 He who has the bride is the bridegroom; but the friend of the bridegroom, who stands and hears him, rejoices greatly because of the bridegroom’s voice. This, my joy, therefore is made full. 30 He must increase, but I must decrease. 31 He who comes from above is above all. He who is from the earth belongs to the earth, and speaks of the earth. He who comes from heaven is above all. 32 What he has seen and heard, of that he testifies; and no one receives his witness. 33 He who has received his witness has set his seal to this, that God is true. 34 For he whom God has sent speaks the words of God; for God gives the Spirit without measure. 35 The Father loves the Son, and has given all things into his hand. 36 One who believes in the Son has eternal life, but one who disobeys [c] the Son won’t see life, but the wrath of God remains on him.” Footnotes: a) John 3:3The word translated “anew” here and in John 3:7 (anothen) also means “again” and “from above”. b) John 3:8The same Greek word (pneuma) means wind, breath, and spirit. c) John 3:36The same word can be translated “disobeys” or “disbelieves” in this context. World English Bible (WEB) by Public Domain. The name "World English Bible" is trademarked.